Vanaf 1 januari 2026 gaat de nieuwe cao voor uitzendkrachten in.
De afspraken zijn gemaakt door ABU, NBBU en vakbond LBV op basis van het SER-MLT-advies uit 2021 en sluiten aan bij de aankomende Wet Meer Zekerheid Flexwerkers, die naar verwachting op 1 januari 2027 in werking treedt.
De nieuwe cao geldt tot 31 december 2028 en brengt grote veranderingen met zich mee voor zowel uitzendkrachten als werkgevers.
Zo worden flexkrachten in beloning gelijkgesteld aan vaste medewerkers, verandert de opbouw van het fasensysteem en wordt pensioen voortaan meegewogen in de toets op gelijkwaardigheid. Hieronder lichten we de meest ingrijpende wijzigingen nader toe en de wijze waarop wij deze de komende maanden zullen gaan implementeren.
De huidige inlenersbeloning wordt vervangen door een gelijkwaardige beloning. Flexkrachten krijgen recht op arbeidsvoorwaarden die minimaal gelijkwaardig zijn aan die van vaste medewerkers in vergelijkbare functies bij de inlener. Alle bij de inlener geldende arbeidsvoorwaarden moeten hierin worden meegenomen. Deze kunnen volgen uit de cao, uit een eigen arbeidsvoorwaardenregeling (zoals een personeelshandboek of bedrijfsregeling) en eventuele aanvullende regelingen.
Het totaalpakket moet in waarde gelijk zijn, ook al hoeven de afzonderlijke onderdelen niet identiek te zijn.
Voorbeeld: als een vaste medewerker recht heeft op een bonus of extra vrije dagen, dan moet dit, als het tot het totale arbeidsvoorwaardenpakket behoort, ook op een gelijkwaardige manier gelden voor de flexkracht. Dat mag via alternatieven, zolang de waarde maar gelijk is.
Naast een nieuwe cao wijzigt per 1 januari 2026 ook de pensioenregeling voor flexkrachten. Aan StiPP (de pensioenuitvoerder voor flexkrachten) zal in 2026 23,4% pensioenpremie moeten worden afgedragen over de pensioengrondslag. Hiervan komt 15,9% voor rekening van de werkgever en 7,5% voor de flexkracht.
Flexkrachten van 18 jaar of ouder bouwen pensioen op vanaf hun eerste werkdag.
Voor flexkrachten die door de nieuwe cao achteruit gaan qua beloning (ten opzichte van hun beloning o.b.v. de huidige cao) is een overgangsregeling van zes maanden afgesproken. Het kan namelijk voorkomen dat door de nieuwe regels omtrent gelijkwaardige beloning flexkrachten in eerste instantie minder verdienen (geen 8,33% vakantietoeslag maar 8%) of 20 vakantiedagen gaan ontvangen in plaats van 25.
In een dergelijke situatie behouden flexkrachten gedurende de eerste 6 maanden van 2026 hun bestaande arbeidsvoorwaarden. In deze periode behouden zij het recht op 25 vakantiedagen en 8,33% vakantiebijslag. Dit geldt ook voor flexkrachten die voor 1 januari 2026 arbeidsongeschikt zijn geworden en recht hadden op (gedeeltelijke) loondoorbetaling.
De bekende systematiek van de inlenersbeloning wordt vanaf 2026 vervangen. In plaats daarvan wordt de beloning van de flexkracht volledig afgestemd op de arbeidsvoorwaarden die gelden bij de inlener. Dit betekent dat standaard percentages voor verschillende looncomponenten, zoals reserveringen, vakantiedagen en vakantiebijslag vanuit de huidige cao komen te vervallen. Deze worden vervangen door de geldende componenten uit de van toepassing zijnde cao of eigen arbeidsvoorwaardenregeling van het inlenende bedrijf. Flexkrachten krijgen vanaf 2026 zoveel mogelijk dezelfde maar in ieder geval gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden als vaste medewerkers bij de inlener.
Aangezien Nederland vele cao’s en eigen arbeidsvoorwaardenregelingen kent, vraagt dit om een gedetailleerde analyse van het arbeidsvoorwaardenpakket van iedere inlener.
Wij gaan de komende periode met onze inleners in gesprek en verzamelen alle informatie over het arbeidsvoorwaardenpakket. Het is goed om te weten dat het aanleveren van de arbeidsvoorwaarden voor inleners wettelijk verplicht is (art. 8b Waadi). Gelijkwaardig belonen is lastig uit te voeren als niet alle arbeidsvoorwaarden bekend zijn. Wij kunnen niet aan de slag zonder deze gegevens.
Wij komen spoedig bij u terug op de uitvraag van de arbeidsvoorwaarden. Op dit moment zijn de brancheorganisaties (ABU en NBBU) druk bezig om een standaard uitvraag te ontwikkelen, zodat het invullen hiervan makkelijk wordt gemaakt voor zowel de inlener als ons.
Wij volgen uiteraard de nieuwe cao-afspraken en passen deze correct toe. Daarnaast is ENJOB (uiteraard) NEN-gecertificeerd en al geruime tijd ABU-lid. Uitzendbureaus zonder ABU-lidmaatschap moeten onder de nieuwe cao exact gelijke arbeidsvoorwaarden toepassen. Dit is zeer complex en kan leiden tot discussies.
Omdat wij ABU-lid zijn kunnen wij gelijkwaardigheid toepassen in plaats van gelijkheid.
Dit geeft meer duidelijkheid, maar ook de zekerheid dat de verloning correct plaatsvindt op basis van de nieuwe wet- en regelgeving.
Ja, hiervoor hoeft u zelf geen actie te ondernemen. Wij zorgen dat alle lopende uitzendovereenkomsten worden aangepast naar de nieuwe cao-afspraken.
Door de cao-aanpassingen kunnen de tarieven stijgen. Per inlener zullen wij een aparte berekening (moeten) maken voor de nieuwe tarieven vanaf 1 januari 2026. Deze zullen wij vanzelfsprekend transparant communiceren.
Wij zullen op korte termijn contact opnemen voor het maken van een afspraak. Tijdens dit gesprek zullen de volgende onderwerpen op de agenda staan: